aan de rechterhand/aan zijn rechterhand


aan de rechterhand 1.0

aan de rechterkant; rechts

Algemene voorbeelden


Na ongeveer vier kilometer op de Ninoofsesteenweg sla je links de Eikstraat richting Beert in. Aan je rechterhand heb je café Termeeren. Hier rijdt je het landelijke Pajottenland binnen.

De Standaard,

Aan de kant van de Groenmarkt spoelden we weer naar buiten en dan was je eindelijk in Den Haag. Aan onze rechterhand het Binnenhof, de Hofvijver met aan de kant van de Lange Vijverberg het donkere bomenpad waar ik later zo vaak zou lopen, maar niet met mijn moeder.

NRC,

Voorbij het weiland ligt nu aan uw rechterhand het Maitreya Instituut.

http://www.maitreya.nl/

Toen Maarten en Ad binnenkwamen, zaten de anderen onder het licht van de kroonluchters gebogen over de platte gronden van de drie etages: Van de Marel aan het hoofd van de tafel, aan zijn linkerhand Kloosterman en Rentjes, aan zijn rechterhand Pastoors.

Het Bureau. Dl. 6: Afgang, J.J. Voskuil,

aan zijn rechterhand 1.1

(religie, mystiek en mythologie)

rechts van God; op de mooiste plaats in de hemel

Algemene voorbeelden


De Gekruisigde leeft. Hij leeft binnen Gods trouw. Want God heeft zijn liefdevol leven aangenomen. Zijn overgave is aanvaard. God heeft zijn Zoon een plaats gegeven aan zijn rechterhand. Christus leeft op een verheerlijkte wijze.

http://www.bisdom-roermond.nl/